Schorle

Gemaakt van ongeveer de helft witte wijn en de helft bruisend mineraalwater is de goed gekoelde Schorle een echte traktatie op warme dagen.

Feiten

  • 1 : 1

    is de klassieke verhouding wijn-water

  • 30 %

    Wijn in een zomerse Schorle

Gemaakt van ongeveer de helft witte wijn en de helft bruisend mineraalwater is de goed gekoelde Schorle een echte traktatie op warme dagen. De klassieker is een RSchorle met Riesling. Dit druivenras heeft frisse fruitige zuren en smaken die doen denken aan appels, perziken en grapefruit. Andere druivenrassen zijn echter ook ideaal:

Voor degenen die liever een iets mildere smaak hebben, kan bijvoorbeeld een Müller-Thurgau of Silvaner als wijnpartner worden gebruikt.

Rosé-Schorle wordt momenteel steeds populairder. Het is iets expressiever van smaak dan zijn witte tegenhanger en maakt indruk met zijn zomerse kleur. Er zijn ook fans van Schorle met rode wijn. In dit geval moet je kiezen voor druiven met weinig tannine, zoals Portugieser, Spätburgunder of Schwarzriesling. Dat komt omdat tannines en koolzuur niet goed samengaan. Samen met het mineraalwater vormt de gekozen wijn een frisse en fruitige zomerdrank.

Als regel wordt voor een Schorle een droge wijn gebruikt, maar dit is net zo goed een kwestie van smaak als van persoonlijke voorkeur als het om wijn gaat. Halfdroge of zoete wijnen maken navenant mildere Schorlen.

Het water moet zo min mogelijk smaak hebben om de aroma's van de wijn niet te overstemmen. Wat betreft het koolzuurgehalte wordt gemiddeld tot sterk bruisend mineraalwater aanbevolen. En als je van echt zoet houdt, kun je de Schorle ook bereiden met sprankelend citroenwater in plaats van mineraalwater.

Wat bedoelt een Pfälzer (inwoner van de Pfalz) met "Trollschobbe"?

De Pfälzer Trollschobbe is een Schorle gemaakt van wijn en mousserende wijn, die veel rijker is dan de traditionele Schorle gemaakt van wijn en water.

Meer receptideeën

Tip uit de Zweedse keuken Geglaceerd wild met zwarte bessen, schorseneren en peterseliepuree in rode wijnsaus

Duitse wijnen en de Scandinavische keuken - een geslaagde combinatie, zelfs met wildgerechten. Een 2-3 jaar oude Pinot Noir is een zeer goede begeleider.

  • 600 g wild
  • 100 g bevroren zwarte bessen
  • 1 el honing
  • 1 el geraspte gember
  • 1-2 el rode wijnazijn
  • 100 ml rode wijn
  • 1 snufje kardemon
  • 1 el vanillesuiker
  • 8 schorseneren
  • 1 el boter
  • 1 el honing
  • 50 gr hazelnoten, gehakt en geroosterd
  • Een beetje zout
  • 600 g aardappelen
  • 300 g peterseliewortel
  • 100 ml room
  • 100 ml melk
  • 2 el boter
  • Telkens een snuifje zout, suiker en muskaatnoor
  • 300 ml vleesbouillon
  • 2 sjalotten, fijn gehakt
  • 100 g zwarte bessen
  • Een beetje tijm en laurier
  • 300 ml rode wijnazijn
  • . .

Stap 1 Kook de rode bessen, honing, gember, kardemom, rode wijn en rode wijnazijn 5-8 minuten in een steelpan. Voeg dan de vanillesuiker toe en mix alles samen in een blender, zeef het en verpak het in een luchtdichte verpakking.

 

Stap 2 Snijd het vlees (bewaar het overgebleven vlees voor de saus), kruid het goed en bak het in olie en boter. Smeer een kleine hoeveelheid van het bessenglazuur op het vlees en plaats het vlees dan in de oven op 120 ° C, tot de interne temperatuur 54-56 ° C heeft bereikt. Laat het vlees vervolgens rusten 

 

Stap 3 Bestrijk het vlees voor het snijden met wat meer glazuur en bak het licht in een droge pan tot het glazuur kleverig wordt. Snijd dan in plakken en serveer.

 

Stap 4 Schil de schorseneren en kook ze beetgaar in gezouten water, zeef ze en laat ze afkoelen. Bak voor het serveren de schorseneren licht in boter, voeg de hazelnoten en honing toe, karameliseer, breng op smaak en serveer.

 

Stap 5 Kook de aardappelen en peterselie samen in gezouten water tot ze zacht zijn. Kook de melk, room en boter. Pureer de aardappelen en voeg toe aan het roommengsel, breng op smaak en meng goed.

 

Stap 6 Doe voor de saus de restjes vlees, sjalotten, kruiden en zwarte bessen in een pan. Voeg de wijn en azijn toe en laat de saus tot de helft inkoken. Voeg dan de bouillon toe en laat de saus weer tot 1/3 inkoken, verfijn met boter en zeef.

  • Spätburgunder (trocken)
Hirschkalbsrücken

met bulgur Koolstoofpot

met bulgur

  • 200 gr ui
  • 1 teen knoflook
  • 800 gr spitskool
  • 200 gr wortelen
  • 400 gr vastkokende aardappelen
  • 1 er karwijzaad
  • 1,5 l groentebouillon
  • 5 er olijfolie
  • 2 el tomatenpuree
  • 2 er zacht paprikapoeder
  • 3 tl honing
  • Naar smaak zout & peper
  • 120 gr grove bulgur
  • 1 bussel peterselie
  • 4 takjes munt
  • 1 citroen
  • 2 appelen
  • 3 el (appel)azijn

Snijd de uien en knoflook fijn. Maak de kool schoon en was hem, snijd hem in vieren, verwijder de stronk en snijd de koolkwarten grof. Schil de wortelen, halveer ze in de lengte en snijd ze in stukken van ca. 2 cm breed. Schil de aardappelen en snijd ze in stukken van ongeveer 2,5 cm. Rooster het karwijzaad in een pan zonder vetstof en zet apart.

 

Verwarm de groentebouillon in een kleine pan. Verhit 3 eetlepels olie in een grote pan, sauteer hierin de kool in 10-15 minuten op hoog vuur donkerbruin en haal uit de pan.

 

Voeg de resterende olie toe aan de pan. Fruit de uien en knoflook tot ze doorschijnend zijn. Voeg de aardappelen en wortelen toe en bak 3-4 minuten onder voortdurend roeren. Voeg de tomatenpuree en paprikapoeder toe en bak al roerend mee. Voeg de kool, honing en karwij toe en giet de hete groentebouillon erbij. Breng op smaak met zout en peper. Breng aan de kook, dek af en laat 45 minuten sudderen. Voeg 20 minuten voor het einde van de kooktijd de bulgur toe.

 

Snijd de appelen in 4, verwijder de pitten, snijd in blokjes van ongeveer 1 cm en voeg 10 minuten voor het einde van de kooktijd toe. Pluk de kruiden en hak ze medium fijn. Was en droog de citroen, rasp de schil fijn en meng met de kruiden. Breng de stoofschotel op smaak met azijn, zout en peper en serveer bestrooid met de kruiden.

 

Tip: De spitskool moet heel sterk en donker geroosterd worden zodat de aroma's goed naar voren komen.

  • Spätburgunder (trocken)
  • Trollinger (trocken)

met bospaddenstoelen Aardappelsoep

met bospaddenstoelen

  • 300 gr geschilde aardappelen
  • 100 gr wortelgroenten
  • 100 gr bospaddenstoelen
  • 1 ui
  • 1 teentje knoflook
  • 30 gr spekblokjes
  • 40 gr margarine
  • 750 ml bouillon
  • 200 ml room
  • 1 tak tijm
  • Naar smaak peterselie, boter, zout, peper, nootmuskaat

Maak de wortelgroenten schoon, was ze en snijd ze in kleine blokjes. Snijd de ui en het knoflookteentje in fijne blokjes en hak de tijm fijn. Bak de spekblokjes met de margarine in een pan lichtbruin, voeg de blokjes ui, knoflook, wortelgroenten en tijm toe. Stoof, voeg de bouillon toe en laat 2 minuten koken.


Rasp de aardappelen fijn, voeg ze toe aan de soep en kook nog 5 minuten. Maak de paddenstoelen schoon, was ze, snijd ze in stukjes en bak ze in een pan met boter. Breng op smaak met zout en peper, bestrooi met gehakte peterselie en garneer ze bij het serveren over de soep.

  • Riesling (trocken)
  • Riesling (halbtrocken & feinherb)

een kerstdessert Geroosterde pruim met kaneelijs

een kerstdessert

  • 1 kg kwetspruimen
  • 100 gr suiker
  • 3 tl gemalen kaneel
  • Een snuifje kruidnagelpoeder
  • 50 ml pruimenbrandewijn
  • 50 gr donkere ruwe suiker
  • 2 el oude balsamico
  • 200 gr suiker
  • 4 eigelen
  • 500 ml room

Gebakken pruimen:

Was de pruimen, ontpit ze en snijd ze in vieren. Verdeel de suiker gelijkmatig in een pan met antiaanbaklaag en smelt langzaam op een middelhoog vuur. Verhoog de temperatuur en voeg onmiddellijk het fruit, de schnaps en de kruiden toe. Roer tot het mengsel karamelliseert.

Roer de muscovadosuiker en balsamicoazijn erdoor en smeer na ongeveer 3 minuten uit op een koud bord.

 

Kaneelijs:

Voeg de suiker en eidooiers samen en roer de twee ingrediënten boven een bain-marie schuimig.

Klop de slagroom op, meng dan voorzichtig beide mengsels en voeg drie theelepels kaneel toe. Meng de kaneel weer voorzichtig door het mengsel.

Giet het mengsel in een (cake)vorm of kleine schaal, dek af met aluminiumfolie en zet minstens drie uur in de vriezer.

 

Verdeel de pruimen over vier diepe borden of kleine schaaltjes, serveer met het kaneelijs.

  • Gewürztraminer (trocken)