Hoogtepunten Details

Middenin de Untersee, een deel van de Bodensee, groeien wijnstokken. Ze zijn de zuidelijkste van Duitsland en staan op het eiland Reichenau. Tegenwoordig staat dat vooral bekend als ‘groente-eiland’, maar wijnbouw vormde hier eeuwenlang hete economisch fundament voor de boeren. De eerste stokken op het eiland werden in 818 geplant door abt Hatto I van het klooster Reichenau.

Pas in 724 was het eiland bevolkt geraakt, waarna de rondtrekkende bisschop Priminius midden in het toenmalige oerbos het eerste benedictijnenklooster stichtte. Volgens de overlevering moest abt Walahfrid Strabo al midden 9e eeuw talrijke wijngaardwerkers naar het eiland halen.

Verantwoordelijk voor het succes van de Reichenauwijnen: het wateroppervlak rondom het eiland dat als groot warmtereservoir en weerkaatser van licht werkt. Vooral in de herfst en de winter geeft het warmte af aan de wijngaardhellingen. Als een natuurlijke air conditioning zorgt het meer voor geringe temperatuurschommelingen en verhindert het nachtvorst in voor- en najaar. Voeg daar nog het grote aantal zonne-uren aan toe en je hebt een ideaal wijnbouwklimaat.

Op het hoogtepunt in 1913 werden 140 hectare wijngaarden bewerkt. In de oorafgaande eeuw hadden ook de Reichenauer wijnboeren te leiden gehad onder slechte oogsten, schadelijke ziekten en het algemene prijsverval voor wijn. Daarom stichtte de Reichenauer pastoor Meinrad Meier in 1896 samen met 62 boeren de Winzerverein Reichenau, tegenwoordig de kleinste zelfstandige wijncoöperatie in Baden. Ze bewerkt nog maar 18 hectare wijngaard op het in 2000 tot Unesco werelderfgoed uitgeroepen kloostereiland. Nog altijd worden de wijnen gemaakt in de oude kloosterkelder, zij het wel met moderne kennis van zaken. Het resultaat daarvan is ondermeer te proeven bij het Wein- und Fischerfest in augustus en is natuurlijk ook te koop.